Kwak
Bewuste gebruiker
Wie: Kleine veertig onbekende reizigers en ik (37, man)
Wat: Dag 1: Nirvana truffels circa 28 gram + later nog 11 gram Dag 2: 33 gram + later nog 11 gram
Wanneer: Rond einde van de middag
Waar: Grote ceremoniezaal met matrassen
Holy fuck. Beetje uitgeschoten met de pen. Enfin, het heeft even geduurd voordat ik alles heb kunnen opschrijven. Met opzet beetje uitgebreid geschreven. Zodat je een beetje een kijkje kan nemen hoe het bij een ceremonie aan toe kan gaan. Zal soms grammaticaal niet helemaal kloppen.
Nog tips voor uitlijnen? Nu is het een lange regel.
Inleiding
Sinds ayahuasca en ik enkele jaren geleden elkaar hebben ontmoet. Zij mij of ik haar. Is er voor mij een deur wagenwijd naar verdere persoonlijke groei opengezet. Er wordt gezegd dat ayahuasca jou hoort te vinden en niet andersom. Ik durf niet te zeggen wie wie heeft gevonden. Het liefst hou ik aan het romantische idee vast dat de plant mij gevonden heeft.
Zonder (onder andere) ayahuasca zou ik waarschijnlijk nooit zo positief veranderd zijn. Ik vond het ernstig te lezen dat ayahuasca in een kwaad daglicht in het het nieuws werd gezet. Met als gevolg; er mochten geen ayahuasca ceremonies meer worden gehouden. Omdat een aantal mensen hieraan zijn overleden. Het werkelijke verhaal is dat zij niet eens aan de ayahuasca zelf zijn overleden maar onder de gevolgen van een cocktail van verschillende drugssoorten bij elkaar.
De community waar ik mijn ayahuasca ceremonies bijwoon moest haar beleid hierop aanpassen. En zo is de psilohuasca ceremonie tot stand gekomen. De ‘plant’ werd door een schimmel verruild. Nou klopt dit niet helemaal. Want bij psilohuasca wordt de legale gedeelte van de ayahuasca gebruikt; de Caapi.
(Wat ik niet snap want Caapi is een andere naam voor ayahuasca). Ayahuasca zelf bestaat uit twee onderdelen van planten. De Caapi zelf bevat geen DMT maar wel de MAO remmer. Het is juist door de DMT dat de ayahuasca verboden is geworden. (pin mij niet hier helemaal op vast).
De Caapi in combinatie met truffels zou ongeveer dezelfde werking moeten hebben als een ayahuasca (trip) reis. Alleen zou je minder diep gaan.
Ik heb voor het bijwonen van deze psilohuasca ceremonie twee jaar gewacht op gewacht. Het is onder andere de grote van de groep dat mij niet trekt. Teveel mensen aan de truffels, dat wordt een gekkenhuis. Ik heb het idee dat ik met ayahuasca beter kan sturen dan met onvoorspelbare truffels. Ik had geen trek in een drukke, chaotische zaal.
Bovendien kan ik ook thuis alleen truffelen en daarvoor heb ik geen hulp van buitenaf bij nodig.
Daarbij komt ook kijken dat ik met psilocybine nooit diep kan gaan en met ayahuasca wel. Voor mij brengt ayahuasca verder dan waar psilocybine stopt. Ik heb het idee dat ik met ayahuasca meer deurtjes heb open getrokken dan met psilocybine.
Het is de algehele ervaring die mij over de streep trekt om mee te doen.
Deze community is een fijne en veilige plek om te kunnen reizen. Er wordt goed voor je gezorgd. Het eten is rijkelijk en verrukkelijk. De mensen zijn lief en behulpzaam. De live muziek is fenomenaal. Of je nu onder invloed bent of niet.
De eerste dag krijg je truffel op de tweede dag krijg je truffels en Caapi. Op de laatste dag doe je ademwerk, Voorheen waren dat drie dagen ayahuasca.
Eindelijk zet ik door en schrijf mij in. Dan wil het net gebeuren dat ik aan een tweejarig voor een ziekenhuis onderzoek ga deelnemen. Voor dit onderzoek moet ik vrij heftige medicatie slikken ten behoeve van mijn gezondheid.
En natuurlijk kunnen net mijn medicatie niet met de Caapi gecombineerd worden.
In overleg met mijn neuroloog die het onderzoek leidt vraag ik of ik wel nog mag truffelen. Liever wil hij daar niets over weten. Want eigenlijk mag ik ook geen vrij onschuldige supplementen zoals: CBD olie, wietolie, vitamines D3 en -B12 slikken. Het onderzoek moet zo clean mogelijk worden uitgevoerd.
In zijn algemeenheid weet de neuroloog dat ik soms chemische en natuurlijke drugs gebruik en dat ik hier veel waardering uit kan halen, dat mij positief verder brengt. Misschien dat hij daarom het een beetje door de vingers ziet.
Mijn intenties
In overleg met de ceremoniebegeleider spreken we af dat ik op dag twee in plaats de Caapi truffels voorgeschoteld krijg. Wat ik mezelf afvraag hoeveel gram truffels ik extra moet eten om boven deze tolerantiegrens uit te komen. Als ik op de eerste dag voor een dubbele portie truffel zou gaan, dan zou ik de volgende dag in wezen vier porties moeten nemen. De gedachte alleen al maak mij misselijk. De ceremoniebegeleider zegt dat ik geen vier porties hoeft te eten. Ik begin aan zijn ervaringskundigheid te twijfelen omdat ik op het internet lees dat het effect minder wordt. Men moet een hogere dosis nemen. Mijn twijfels zet ik kant en probeer minder wantrouwig te zijn.
Deze keer moet ik de reis serieuzer aanpakken. Dat betekent minder achter de computer zitten. Ik maak dagelijks redelijk aantal uurtjes achter de computer, dus dat wordt een uitdaging. Ook staan er onder andere een -seks, vlees, media/boek en alcoholloos dieet op het menu. Om de trip te bevorderen beveelt men te gaan mediteren en natuurwandelingen te maken. Enkel het mediteren is mij niet gelukt.
Haast elke dag wandel ik door mijn lievelingspark dat knalgroen uit de groeven van bos springt. Heel bewust probeer ik de planten en bomen tot mij nemen. Ik wil een worden met het stukje natuur maar het is te overweldigend.
Voor mijn intenties maak ik een ellenlange lijst en ik schrik zelf een beetje van de lengte van de lijst. De belangrijkste intenties zijn dat ik minder wil twijfelen, het zoeken naar mijn krachten, een doel willen hebben, minder snel (ver)oordelen, minder kritisch naar mezelf zijn, hoe ik mijn avontuurlijkheid kan terugvinden, contact leggen met mijn overledene moeder en welk muziekinstrument bij mij past en waarom.
Het grappige aan deze lijst is, dat ik deze keer haast niets over mijn ziekte schrijf omdat dit voor mij altijd een terugkomend thema is.
De dag voor de ceremonie ben ik samen met mijn (ex-)vriend(in) (C) en hond in de buurt van Vianen waar de ceremonie wordt gehouden, gaan kamperen. Een betere start om in een ceremonie in te glijden heb ik niet kunnen wensen. Ik ben blij dat ik weg ben uit mijn de drukke stad en dat ik nu kan genieten van de eenvoud van het kamperen. Het totale plaatje van vriendschap, de laatste dagen van een hond voordat zij ingeslapen wordt, de kwekkende vogels en de rust. Op de elektrische grasmaaier van de buurman na dan. Dit allen geeft mij veel genoeg voldoening en vertrouwen voor de komende dagen.
Dag 1 De openingsceremonie
Bij aankomst op het retreat hebben (C.) en ik oneindigheid over mijn kampeerspullen. Ik schiet al snel in de stressmodus als ik hoor dat ik alle kampeerspullen zelf naar huis moet meenemen. Omdat (C.) zelf nog verder gaat kamperen en geen ruimte heeft in haar ‘propvolle’ auto. Ik begin mij nu al zorgen te maken hoe ik zo meteen met al mijn spullen, naast de kampeerspullen naar huis moet slepen. Ik zie mezelf al staan, hulpeloos verloren met een berg vol zooi op een treinperron. Ik wil niet te lang bij deze gedachte stil blijven staan, want dit zou zo mijn trip kunnen beïnvloeden.
Het voelt fijn om oude bekende medereizigers te zien. Mensen waarmee ik samen onze openheid hebt gedeeld en gereisd. Voordat ik mijn slaapvertrek mag betrekken moet ik eerst nog even een corona speekseltestje afleggen.
Het is warme vrijdagmiddag en buiten staat een mobiele hottub en -sauna die gehuurd zijn. Ze kijken uit op een uitgestrekt graslandschap met enkele grazende koeien.
Als alle 40 medereizigers zijn matras met deken in de ceremoniezaal hebben uitgekozen kan de ceremonie beginnen. We liggen met ze allen in een cirkel met aan de ene helft alle mannen en de andere helft de vrouwen. Met de voeteneindes naar elkaar toe waar ook het beruchte emmertje staat voor het geval je moet kotsen (to purge). Ik heb mezelf goed geïnstalleerd en lig heerlijk weg te soezen op mijn eigen gebrachte schapenvachtje en wacht totdat de ‘regels’ door de ceremoniebegeleiders worden uitgelegd; bijvoorbeeld dat je tijdens de reis niet met je mede reiziger kan praten, maar wel mag schreeuwen, huilen of lachen op het moment als je daaraan wilt uiten. En dat jouw matras ook jouw space is.
Naast de twee ceremoniebegeleiders zijn er ook een aantal helpers die mede reizigers ondersteunen wanneer je het moeilijk heb als je daar de behoefte aan heb.
De ceremoniezaal is sober aangekleed aan de balkon balustrade hangen doeken en op de vensterbanken worden waxinelichtjes aangestoken.
In een hoek van de ceremoniekring liggen de meeste muziekinstrumenten; gitaren, harp, harmonium, handpan, didgeridoo, gongs, klankschalen en verschillende drums. Deze worden door de reizigers zelf meegenomen en bespeeld.
In het midden van de kring is een altaartje opgebouwd met kristallen en is omringd met schapenvachtjes. Iedereen is in wit gekleed en je zou denken dat het iets van een sekte zou hebben. Voor mij geeft deze witte kleding in de trip meer rust aan mijn ogen en het geeft een soort van verbroedering.
Tijdens de intentieronde valt het mij vaak op dat er veel raakvlakken met andere reizigers zijn.
Dat als het een rode draad met elkaar verweven is. Bij de slot-sharing blijkt dat er veel herkenning is in elkaars processen.
Engels is de voertaal omdat de groep grotendeels uit internationale mensen bestaan. Engels spreken is niet mijn sterkste punt en dan frustreert mij enorm als ik niet goed in woorden onderbrengen wat ik daadwerkelijk wil zeggen.
Ik vatte mijn intenties samen: Meer volgen van mijn eigen intuïtie en beter willen gronden. Meer liefde naar mezelf en kijken waar mijn sterkte punten liggen.
We staan met ze allen hand in hand in een kring met de duimen aan de linkerkant en openen de ceremonie door middel van het nazeggen van het “Life health happiness open path” ‘versje’.
Er vormen automatisch twee rijen met vooraan de ceremoniebegeleiders die de Nirvanan truffels van 22 gram uitdelen. Ik twijfel of ik voor de heroidische dosis ga. Thuis zou ik niet snel voor een grote of dubbele portie gaan. Hier kan ik hulp krijgen als ik dat nodig heb. Ik kies om het toch niet te doen, omdat ik bang dan andere reizigers mij teveel beïnvloeden. Dit is eens is eens bij een van mijn eerdere trips gebeurd.
Ik heb die dag nauwelijks gegeten en eet tegen de einde van de middag mijn truffels zonder al te veel moeite op.
Oefening: Eye gazing
Voordat de truffels haar werk doen is er altijd een korte oefening om het lichaam en geest meer opener te maken.
Iedereen loopt zigzaggend door de zaal met de focus op de vloer gericht. Na verloop van tijd kijk je bij elke passerende reiziger in zijn of haar ogen. Tot het moment aanbreekt dat je een partner uitzoekt om elkaars ogen langer te bewonderen.
De truffels beginnen haar werk te doen en ineens voel ik mij op een andere manier ongemakkelijk. Mijn nieuwe medicatie zorgt ook voor bijwerkingen. Zo krijg ik rond mijn neus en voorhoofd een soort van acne. En op mijn armen vormen rode vlekjes. Het zijn niet de truffels die oordelen, het is nog steeds dat ik het zelf doe. Zo meteen sta ik met mijn puberkop dicht zo dicht op iemand anders zijn gezicht. Wat moet de gene wel niet denken. “Waar maak je druk om” denk ik dan.
De eerste eye gaze ontmoeting is een dakloze man waar ik op de een of andere manier een afvergie voor heb. Ik snap niet waar deze nare gedachte vandaan komt. Ik probeer hem echt als mens te zien. Zijn kleine, gespleten ogen zijn waterig en wazig. Ik probeer zijn ogen echt te zien toch zie ik niets dan enkel zijn waterige ogen.
Bij de tweede ontmoeting staat een jong meisje met bruine ogen voor mijn neus. We lachen ongemakkelijk en gemakkelijk naar elkaar. Ook bij haar zie ik niets dan haar bruine ogen. Alsof ik niet achter haar ziel kan kijken. Misschien probeer ik teveel achter te zoeken wat ik bij de ander zie (dus bij mezelf wellicht)?
Bij de volgende vrouw met lange, blonde krullen bewegen rond haar oogkas allerlei witte Azteken of futuristische tekens. Alsof iemand met een doorzichtig blaadje op een overheadprojector heen en weer verschuift. Ik word in haar ogen ingezogen en merk dat het een seksuele lading met zich meebrengt. Eye gazing is intens. Ik wil blijven staren maar we moeten verder lopen.
Bij een andere jonge vrouw in de dertig veranderen haar ogen in twee donkere bollen. Haar gezicht en lichaam lossen in de ruimte op. Dan morpht haar gezicht. Haar mondhoek en een ooglid beginnen te hangen. Even krijg ik een Aphex Twin momentje. Haar gezicht maakt mij beetje angstig en eigenlijk wil ik haar gezicht niet zien, ze trekt mij naar de grond omdat zij net als ik wankelend op onze benen staan. Het is geweldig om in een twee paar mooie ogen te spacen.
Ik zou eens willen weten hoe andere mensen mij op dit moment zien of wat zij denken of voelen. Waarom deze goedkeuring? Sommige reizigers liggen al op hun matras te trippen waaronder mijn Franse buurman die onder een knal oranje deken ligt. Zijn plotselinge harde gil doet mijn haren op mijn arm recht overeind gaan staan. Ik hou mijn hart vast als ik dit gedurende dagen te horen krijg.
Het begint of niet
Mijn benen zijn lamlendig en ik wil onder een warme en zachte deken liggen. Het reizen kan beginnen denk ik dan. Ik lig op mijn rug en voel dat de trip weleens heftig kan worden. Het gevoel dat het te snel gaat. Mijn ademhaling is onregelmatig, loze gedachtes schieten heen en weer, mijn temperatuur stijgt. Donkere gedachtes willen snel opkomen die ik van mij afzet. Ik wil daar nu nog niet zijn. Rustig ademhalen dan komt het goed. Er wordt sjamanistische muziek via de speakers gespeeld, natuurlijk net op het moment dat ik daar geen trek in heb. De muziek is te aanwezig.
En dan beginnen mijn ergernissen. Twee mannen produceren voor een lange tijd geluid. De een lacht hard en vaak op alles dat beweegt of geluid maakt. De dakloze man maakt semi grappige opmerkingen. Zij weten elkaar goed te stimuleren. In alle macht probeer ik mij hieraan te ontdekken. Ik prop mijn oordoppen dieper mijn gehoorgang binnen, blijkbaar hebben deze weinig nut. Hun stemmen hoor ik nog steeds. Van ontspannen is er geen sprake van.
Steeds meer erger ik mij aan die twee manen. En ja ik weet het. Hoe erger je aan iets ergert des te heftiger dat wordt. “Waarom grijpt niemand in? Zij sleuren alle energie en ontnemen de rust van de zaal”.
En natuurlijk zitten ook zij in hun eigen proces. Het is zo dubbelop. Het liefst had ik iets toegeroepen of het zachter kan, eufemistisch gezegd. Gelukkig weet ik mij in te houden. Waarom heb ik deze ergernis? Is dit omdat zij zich zo kunnen uitdrukken of omdat zij het naar hun zin hebben? Steeds meer mensen beginnen met het maken van geluid. Waar ben ik in beland? Ik maak een aantal diepe zuchten van ontevredenheid en moet ook weer lachen om mijn eigen stomme situatie. Ik kijk naar mijn andere Nederlandse buurman en hef mijn schouders op en schud dan lachend mijn hoofd. Dan slaat de begeleider hard op een gong en loopt door de zaal alsof hij Meneer de Profeet is uit Kuifje en De Geheimzinnige Ster. Losgeslagen gekte, dat is het nu. Als het zo door gaat dan verkas ik naar de slaapvertrek. Ik baal ook dat de truffels nauwelijks te werken. Telkens als er fracties van verdieping voorbij komen dan word ik gestoord en verdwijnen de fracties.
Eindelijk pakt de begeleidester haar gitaar erbij en begint lieverlijk te spelen. Haar stem is werkelijk betoverd mooi. De rust keert terug in de zaal.
Tijdens de gekte is er een tweede truffel ronde aangeboden. Ik neem graag de portie van ongeveer 11 gram aan, want ik merk dat de truffels niet echt bij mij aanslaan. Niet zoals ik het had verwacht.
Uit soort van onvrede werk ik de truffels naar binnen, zonder liefde eigenlijk. Als ik maar zo snel mogelijk diep kan gaan. Ik moet verder met mijn proces.
Ik blijf steeds op de oppervlakte van mijn trip. Dit komt mede omdat de momenten waarop ik geen muziek wil horen er muziek wordt gemaakt. Soms zijn er momenten dat er helemaal geen muziek is. En dat kan heel fijn zijn. Zeker als ik over dingen wil nadenken zonder dat muziek mij stoort. Terwijl ik thuis juist muziek heel prettig vind.
Ik lig op mijn rug en ik hoor dat de begeleider de een klankenschaal pakt. Bij sommige reizigers slaat hij op de klankschaal. Nu zit hij met de klankschaal en laat het geluid bij mijn hoofd trillen. Dit komt intens binnen het geeft een tinteling over heel mijn lichaam. Ik word erop een zachte manier er verdrietig van. Ook met het idee dat iemand dit ‘voor mij’ doet geeft een dankbaar en speciaal gevoel. Als ik denk dat hij daar nog steeds met zijn klankenschaal zit, zie ik dat hij aan de overkant van de zaal staat te slaan.
Voor mezelf heb ik het besluit genomen dat ik enorm van de live muziek ga genieten en dat reizen er nu niet meer in zit.
T-shirt aan T-shirt uit
Het belangrijkste moment van deze avond zijn niet de intenties die op het intentielijstje staan. Maar over mijn gezondheid en acceptatie van mijn ziekte. In het kort. Er groeien meestal goedaardige tumoren op en onder mijn huid. Verschillende operaties gehad waaronder kanker, uitval en krachtverlies van been en hand etc.
Mijn intentie duwde mij naar een andere richting. Ik zal mijn T-shirt of omhulsel/schulpschel hoe dan ook in deze dagen moeten ontdoen van mijn lijf. Zodat ik eindelijk mijn ziekte beter kan accepteren.
Ik durf de T-shirt nog niet uit te doen. Ik trek aan het stiksel van de onderkant en sjor hem enkele centimeters omhoog. Bij het zien van teveel bloot bedek ik gauw mijn buik met het T-shirt. In de zaal is het dan ook nog eens broeierig warm. De verwijten naar mezelf smijt ik naar mijn kop.
Bij elke nieuw liedje dat gespeeld word, denk ik. “Ja dit is het moment om het los te laten”. En elke keer als de muziek mij zoveel oppompt doe ik het niet.
Ik baal dat ik het niet durf maar kan er ook aan toegeven dat het niet erg is. Het kantelpunt is zo dichtbij.
Liggend dansen
Sinds de pleuris corona tijdperk heb ik sinds tijden zo enorm op mijn matras liggend kunnen dansen. Je kunt liggend dansen! Ik heb van blijdschap af en toe een vreugdekreet de zaal ingeroepen. Zelfs met truffels voel ik enorm de remmingen. Terwijl andere reizigers minder moeite mee hebben.
Met mijn armen, handen en vingers zweef ik heerlijk op de ritme van de muziek. Eigenlijk is het eerder dirigeren wat ik doe. Eindelijk weer kunnen dansen. Wat heb ik dit gemist het voelt als een absolute en oprechte vrijheid aan. Mijn ongemakkelijke lichaam voelt licht aan. Ik kronkel in allerlei standen op mijn matras. Tijdens het dansen komen de orgastische stuiptrekkingen tot stand. Niet zo heftig als vroeger. Mijn bekken schiet omhoog maakt cirkel bewegingen. Alle schaamte voorbij. Natuurlijk lag ik nu liefst met mijn hand ergens anders. Zonder seksueel spel. Ik vond het niet zo gepast dat hier te doen. Ahum. Maar de behoefte was wel enorm
Als er dan ook mooi gezongen wordt ontroerd mij dit enorm. Tranen van geluk schieten door mijn ogen. Als de wereld eens zich zo voelen hoe ik mij nu zou voelen dan is er alleen maar liefde voor elkaar. Het voelt als een bevoorrecht om hier te mogen deelnemen.
Die muzikanten maken prachtige muziek en zijn er rete goed in. Met drie tikjes op de drums komt er een geweldige ritme uit. Of op de gitaar dat ene pingeltje extra.
De visuals blijven heel mager. In het begin zag ik een witte ruis maar nu gebeurt er niets. De doeken die in de zaal hangen bewegen alsof er onder een vuurtje staat te branden. Een keer zie ik dat er dunne draden door de ruimte zijn gespannen. Mijn schapenvachtje golft een beetje mee. Dat was het dan.
Ineens begint tijdens de zang buiten te kletteren van de regen, hagel en te donderen. Dikke waterdruppels op de ramen vinden een weg naar beneden. Het onweer geeft mij iets machtigst en ik probeer voor het spelen van een god. Bij elke donder voel ik de kracht in mijn schouders en kaken opkomen. De zaal juicht en jubelt bij de elke knal. Buiten staan twee reizigers als een dolle in de regen te dansen. Mijn benen zijn te moe bij hen aan te sluiten.
Ik ben wel onder invloed en alles is behapbaar. Het enige dat ik niet door mijn kop wil persen is: “Wat moet ik doen om die droogte in mijn mond te snoeren”? Ik heb iets bij mijn matras neergelegd en als ik het dan vind. Wat moet ik hier ook alweer mee? Even moet ik nadenken dat ik hieruit moet drinken om de dorst te lessen.
Ik loop met mijn klapvoet door de zaal naar de kranen voor het bijvullen van mijn waterflesje. Ineens ben ik erg bewust dat nu veel mensen naar mij kijken. Mede omdat er een stilte moment is ingebouwd. Ik voel mij naakt en ik check of ik alle kledingstukken echt wel aan heb. Het lopen maakt minder makkelijker op. Als ik nuchter ben heb ik daar minder moeite mee.
Bij de wasbak bewonder ik aandachtig mijn ogen. ‘Tering dat zijn mooie blauwe/zwarte knallers’. Ik blijf lekker in de spiegel spacen, in de hoop dat ik in mijn iris nog iets speciaals ga zien. Een verborgen flikkering of een visioen. Ik wil blijven kijken en voel mij enigszins betrapt als iemand naast mij komt om zijn handen te wassen.
Afsluiting en het witte emmertje
Bij de afsluiting van de ceremonie staan we weer in een kring. Zodra ik andermans handen voel breekt sta ik te zwetend en te trillen op mijn benen. Wat het ook mag zijn: de energie van de groep of te snel opgestaan.
Ik excuseer mij en plof direct op mijn matras die gelukkig achter mij ligt en voel de nodige nood het witte emmertje erbij te pakken en mijn hoofd boven te hangen. Bijna onhoorbaar kots ik in de emmer.
Een helper springt op voor hulp, maar ik weer haar af. Ik ben misselijk en duizelig tegelijk. Het vol gekostse emmertje laat ik op mijn matras staan! Ik herhaal nogmaal een keer. Het emmertje laat ik op mijn matras staan.
Iedereen heeft de zaal inmiddels verlaten om zich op het eten te storten. De zaal is leeg op een aantal mensen na. Een klein gezelschap fluistert in gedempte monden. Ergens pingelt iemand zachtjes op de gitaar.. Er valt een serene rust over mij. Het beeld dat bij mij oproept is van een grafsteen van een gevallen ridder met zijn schild en zwaard op zijn buik geklemd. Mijn handen heb ik in een onbedoelde hartvorm op mijn hart gelegd. Ik voel een enorme dankbaarheid en een totale ontspanning over heel mijn lichaam. Het lijkt alsof ik zweef en veel zelfvertrouwen heb.
Mijn Nederlandse buurman komt bij mij buurten. Ik kan nauwelijks een woord uitbrengen. Elk woord dat ik uitspreek is teveel. Mijn ogen die tollen in mijn achterste van de oogkas.
Na verloop van tijd verzet ik mij naar de eetzaal omdat ik wel iets moet eten en drinken. Ik wil naar de eetzaal lopen en zie dat het emmertje met inhoud en al over de Franse buurman zijn matras verspreid ligt. Ik haal zijn besmeurde laken eraf en sta doelloos met de lakens voor zijn matras. Ik weet niet wat ik moet doen.
Ik voel mijn schuldig dat het zijn matras is en niet die van mij. En dat iemand anders mijn kots gaat opruimen omdat ik nu niet in staat ben om dat te doen. Toevallig komt een hulp de zaal binnen gelopen. Ik ben verward. Ik spreek tegen de hulp in korte halve Nederlandse en Engelse zinnen. Hij begrijpt het en zegt. Dat ga ik voor je regelen. Maak je niet druk. Ga lekker eten. Ik kan hem niet eens bedanken uit mijn mond komt nauwelijks geluid.
Ik wankel dus danig naar de eetzaal dat ik mezelf aan muren en meubels moet vasthouden om maar niet om te vallen. Binnen in de eetzaal is het gezellig druk. Er staan langwerpige tafels waar iedereen druk met elkaar aan het praten is. Op het buffettafel staan heerlijke vegetarische gerechten. Ik sta onhandig in de zaal en weet geen houding te geven. Ik heb het warm en krijg met moeite mijn trui uit die ik in ergens op een onbezette tafel gooi. Ik weet niet of ik trek heb en hoeveel en wat ik moet eten en waar ik moet beginnen. Er is zoveel keuze. Mijn bord laad ik met muizenhapjes op. Zelfs dat lijkt voor mij te veel te zijn. Ik schuif aan bij een tafel aan waar niet zoveel mensen aanzitten. Er wordt druk gepraat. Ik heb geen zin om te praten. Mensen wensen mij eet smakelijk en vragen hoe het met mij gaat. Ik gebaar dat ik niet kan praten. Ik voel mij nog steeds draaierig en misselijk en schuif mijn bord van mij vandaan. Mijn hoofd leg ik plompt op tafel het kan mij weinig schelen of dit raar uitziet. Iemand legt vriendelijk zijn hand op mijn schouder en vraagt of het goed met mij gaat. Die aanraking is te overweldigend. Ik verkramp half en snauw hem beetje af met wat gemompel van sorry achteraan. Een vlaam van misselijkheid komt omhoog. Ik moet weg hier. Ik strompel richting de buitendeur en stoot tegen tafels en stoelen aan. Ineens denk ik dat mijn bord daar nog ligt en niet zo netjes is.
De gene met de hand komt pelshoogte nemen. Ik durf eindelijk om hulp te vragen en vraagt hem mij te ondersteunen. De dichtstbijzijnde zitplek is een picknickstoel. Nog voordat ik erop wil gaan zitten zie ik dat de stoel nat en mossig is. Niet hier zitten dan word mijn witte broek vies. Paar stappen verder plof op de veranda van de ceremoniezaal en vraag hem om een emmer te halen.
Dat duurt te lang. Droge hoesten. Mijn mond wordt droog. Voor mijn mond maak ik met mijn handen een kommetje. Maak niet uit welke kotsemmer je neemt elke kotsemmer is goed denk ik dan. Hij komt terug met de emmer die ik ogenblikkelijk aanneem om vervolgens volkots. Ondanks dat ik 24 uur niets gegeten heb komt er redelijk veel kots uit dat iets weg heeft van appelmoes. Ik heb nooit gedacht dat ik van truffels zoveel moet kotsen. Die avond slaap ik heerlijk in de ceremoniezaal.
Wat: Dag 1: Nirvana truffels circa 28 gram + later nog 11 gram Dag 2: 33 gram + later nog 11 gram
Wanneer: Rond einde van de middag
Waar: Grote ceremoniezaal met matrassen
Holy fuck. Beetje uitgeschoten met de pen. Enfin, het heeft even geduurd voordat ik alles heb kunnen opschrijven. Met opzet beetje uitgebreid geschreven. Zodat je een beetje een kijkje kan nemen hoe het bij een ceremonie aan toe kan gaan. Zal soms grammaticaal niet helemaal kloppen.
Nog tips voor uitlijnen? Nu is het een lange regel.
Inleiding
Sinds ayahuasca en ik enkele jaren geleden elkaar hebben ontmoet. Zij mij of ik haar. Is er voor mij een deur wagenwijd naar verdere persoonlijke groei opengezet. Er wordt gezegd dat ayahuasca jou hoort te vinden en niet andersom. Ik durf niet te zeggen wie wie heeft gevonden. Het liefst hou ik aan het romantische idee vast dat de plant mij gevonden heeft.
Zonder (onder andere) ayahuasca zou ik waarschijnlijk nooit zo positief veranderd zijn. Ik vond het ernstig te lezen dat ayahuasca in een kwaad daglicht in het het nieuws werd gezet. Met als gevolg; er mochten geen ayahuasca ceremonies meer worden gehouden. Omdat een aantal mensen hieraan zijn overleden. Het werkelijke verhaal is dat zij niet eens aan de ayahuasca zelf zijn overleden maar onder de gevolgen van een cocktail van verschillende drugssoorten bij elkaar.
De community waar ik mijn ayahuasca ceremonies bijwoon moest haar beleid hierop aanpassen. En zo is de psilohuasca ceremonie tot stand gekomen. De ‘plant’ werd door een schimmel verruild. Nou klopt dit niet helemaal. Want bij psilohuasca wordt de legale gedeelte van de ayahuasca gebruikt; de Caapi.
(Wat ik niet snap want Caapi is een andere naam voor ayahuasca). Ayahuasca zelf bestaat uit twee onderdelen van planten. De Caapi zelf bevat geen DMT maar wel de MAO remmer. Het is juist door de DMT dat de ayahuasca verboden is geworden. (pin mij niet hier helemaal op vast).
De Caapi in combinatie met truffels zou ongeveer dezelfde werking moeten hebben als een ayahuasca (trip) reis. Alleen zou je minder diep gaan.
Ik heb voor het bijwonen van deze psilohuasca ceremonie twee jaar gewacht op gewacht. Het is onder andere de grote van de groep dat mij niet trekt. Teveel mensen aan de truffels, dat wordt een gekkenhuis. Ik heb het idee dat ik met ayahuasca beter kan sturen dan met onvoorspelbare truffels. Ik had geen trek in een drukke, chaotische zaal.
Bovendien kan ik ook thuis alleen truffelen en daarvoor heb ik geen hulp van buitenaf bij nodig.
Daarbij komt ook kijken dat ik met psilocybine nooit diep kan gaan en met ayahuasca wel. Voor mij brengt ayahuasca verder dan waar psilocybine stopt. Ik heb het idee dat ik met ayahuasca meer deurtjes heb open getrokken dan met psilocybine.
Het is de algehele ervaring die mij over de streep trekt om mee te doen.
Deze community is een fijne en veilige plek om te kunnen reizen. Er wordt goed voor je gezorgd. Het eten is rijkelijk en verrukkelijk. De mensen zijn lief en behulpzaam. De live muziek is fenomenaal. Of je nu onder invloed bent of niet.
De eerste dag krijg je truffel op de tweede dag krijg je truffels en Caapi. Op de laatste dag doe je ademwerk, Voorheen waren dat drie dagen ayahuasca.
Eindelijk zet ik door en schrijf mij in. Dan wil het net gebeuren dat ik aan een tweejarig voor een ziekenhuis onderzoek ga deelnemen. Voor dit onderzoek moet ik vrij heftige medicatie slikken ten behoeve van mijn gezondheid.
En natuurlijk kunnen net mijn medicatie niet met de Caapi gecombineerd worden.
In overleg met mijn neuroloog die het onderzoek leidt vraag ik of ik wel nog mag truffelen. Liever wil hij daar niets over weten. Want eigenlijk mag ik ook geen vrij onschuldige supplementen zoals: CBD olie, wietolie, vitamines D3 en -B12 slikken. Het onderzoek moet zo clean mogelijk worden uitgevoerd.
In zijn algemeenheid weet de neuroloog dat ik soms chemische en natuurlijke drugs gebruik en dat ik hier veel waardering uit kan halen, dat mij positief verder brengt. Misschien dat hij daarom het een beetje door de vingers ziet.
Mijn intenties
In overleg met de ceremoniebegeleider spreken we af dat ik op dag twee in plaats de Caapi truffels voorgeschoteld krijg. Wat ik mezelf afvraag hoeveel gram truffels ik extra moet eten om boven deze tolerantiegrens uit te komen. Als ik op de eerste dag voor een dubbele portie truffel zou gaan, dan zou ik de volgende dag in wezen vier porties moeten nemen. De gedachte alleen al maak mij misselijk. De ceremoniebegeleider zegt dat ik geen vier porties hoeft te eten. Ik begin aan zijn ervaringskundigheid te twijfelen omdat ik op het internet lees dat het effect minder wordt. Men moet een hogere dosis nemen. Mijn twijfels zet ik kant en probeer minder wantrouwig te zijn.
Deze keer moet ik de reis serieuzer aanpakken. Dat betekent minder achter de computer zitten. Ik maak dagelijks redelijk aantal uurtjes achter de computer, dus dat wordt een uitdaging. Ook staan er onder andere een -seks, vlees, media/boek en alcoholloos dieet op het menu. Om de trip te bevorderen beveelt men te gaan mediteren en natuurwandelingen te maken. Enkel het mediteren is mij niet gelukt.
Haast elke dag wandel ik door mijn lievelingspark dat knalgroen uit de groeven van bos springt. Heel bewust probeer ik de planten en bomen tot mij nemen. Ik wil een worden met het stukje natuur maar het is te overweldigend.
Voor mijn intenties maak ik een ellenlange lijst en ik schrik zelf een beetje van de lengte van de lijst. De belangrijkste intenties zijn dat ik minder wil twijfelen, het zoeken naar mijn krachten, een doel willen hebben, minder snel (ver)oordelen, minder kritisch naar mezelf zijn, hoe ik mijn avontuurlijkheid kan terugvinden, contact leggen met mijn overledene moeder en welk muziekinstrument bij mij past en waarom.
Het grappige aan deze lijst is, dat ik deze keer haast niets over mijn ziekte schrijf omdat dit voor mij altijd een terugkomend thema is.
De dag voor de ceremonie ben ik samen met mijn (ex-)vriend(in) (C) en hond in de buurt van Vianen waar de ceremonie wordt gehouden, gaan kamperen. Een betere start om in een ceremonie in te glijden heb ik niet kunnen wensen. Ik ben blij dat ik weg ben uit mijn de drukke stad en dat ik nu kan genieten van de eenvoud van het kamperen. Het totale plaatje van vriendschap, de laatste dagen van een hond voordat zij ingeslapen wordt, de kwekkende vogels en de rust. Op de elektrische grasmaaier van de buurman na dan. Dit allen geeft mij veel genoeg voldoening en vertrouwen voor de komende dagen.
Dag 1 De openingsceremonie
Bij aankomst op het retreat hebben (C.) en ik oneindigheid over mijn kampeerspullen. Ik schiet al snel in de stressmodus als ik hoor dat ik alle kampeerspullen zelf naar huis moet meenemen. Omdat (C.) zelf nog verder gaat kamperen en geen ruimte heeft in haar ‘propvolle’ auto. Ik begin mij nu al zorgen te maken hoe ik zo meteen met al mijn spullen, naast de kampeerspullen naar huis moet slepen. Ik zie mezelf al staan, hulpeloos verloren met een berg vol zooi op een treinperron. Ik wil niet te lang bij deze gedachte stil blijven staan, want dit zou zo mijn trip kunnen beïnvloeden.
Het voelt fijn om oude bekende medereizigers te zien. Mensen waarmee ik samen onze openheid hebt gedeeld en gereisd. Voordat ik mijn slaapvertrek mag betrekken moet ik eerst nog even een corona speekseltestje afleggen.
Het is warme vrijdagmiddag en buiten staat een mobiele hottub en -sauna die gehuurd zijn. Ze kijken uit op een uitgestrekt graslandschap met enkele grazende koeien.
Als alle 40 medereizigers zijn matras met deken in de ceremoniezaal hebben uitgekozen kan de ceremonie beginnen. We liggen met ze allen in een cirkel met aan de ene helft alle mannen en de andere helft de vrouwen. Met de voeteneindes naar elkaar toe waar ook het beruchte emmertje staat voor het geval je moet kotsen (to purge). Ik heb mezelf goed geïnstalleerd en lig heerlijk weg te soezen op mijn eigen gebrachte schapenvachtje en wacht totdat de ‘regels’ door de ceremoniebegeleiders worden uitgelegd; bijvoorbeeld dat je tijdens de reis niet met je mede reiziger kan praten, maar wel mag schreeuwen, huilen of lachen op het moment als je daaraan wilt uiten. En dat jouw matras ook jouw space is.
Naast de twee ceremoniebegeleiders zijn er ook een aantal helpers die mede reizigers ondersteunen wanneer je het moeilijk heb als je daar de behoefte aan heb.
De ceremoniezaal is sober aangekleed aan de balkon balustrade hangen doeken en op de vensterbanken worden waxinelichtjes aangestoken.
In een hoek van de ceremoniekring liggen de meeste muziekinstrumenten; gitaren, harp, harmonium, handpan, didgeridoo, gongs, klankschalen en verschillende drums. Deze worden door de reizigers zelf meegenomen en bespeeld.
In het midden van de kring is een altaartje opgebouwd met kristallen en is omringd met schapenvachtjes. Iedereen is in wit gekleed en je zou denken dat het iets van een sekte zou hebben. Voor mij geeft deze witte kleding in de trip meer rust aan mijn ogen en het geeft een soort van verbroedering.
Tijdens de intentieronde valt het mij vaak op dat er veel raakvlakken met andere reizigers zijn.
Dat als het een rode draad met elkaar verweven is. Bij de slot-sharing blijkt dat er veel herkenning is in elkaars processen.
Engels is de voertaal omdat de groep grotendeels uit internationale mensen bestaan. Engels spreken is niet mijn sterkste punt en dan frustreert mij enorm als ik niet goed in woorden onderbrengen wat ik daadwerkelijk wil zeggen.
Ik vatte mijn intenties samen: Meer volgen van mijn eigen intuïtie en beter willen gronden. Meer liefde naar mezelf en kijken waar mijn sterkte punten liggen.
We staan met ze allen hand in hand in een kring met de duimen aan de linkerkant en openen de ceremonie door middel van het nazeggen van het “Life health happiness open path” ‘versje’.
Er vormen automatisch twee rijen met vooraan de ceremoniebegeleiders die de Nirvanan truffels van 22 gram uitdelen. Ik twijfel of ik voor de heroidische dosis ga. Thuis zou ik niet snel voor een grote of dubbele portie gaan. Hier kan ik hulp krijgen als ik dat nodig heb. Ik kies om het toch niet te doen, omdat ik bang dan andere reizigers mij teveel beïnvloeden. Dit is eens is eens bij een van mijn eerdere trips gebeurd.
Ik heb die dag nauwelijks gegeten en eet tegen de einde van de middag mijn truffels zonder al te veel moeite op.
Oefening: Eye gazing
Voordat de truffels haar werk doen is er altijd een korte oefening om het lichaam en geest meer opener te maken.
Iedereen loopt zigzaggend door de zaal met de focus op de vloer gericht. Na verloop van tijd kijk je bij elke passerende reiziger in zijn of haar ogen. Tot het moment aanbreekt dat je een partner uitzoekt om elkaars ogen langer te bewonderen.
De truffels beginnen haar werk te doen en ineens voel ik mij op een andere manier ongemakkelijk. Mijn nieuwe medicatie zorgt ook voor bijwerkingen. Zo krijg ik rond mijn neus en voorhoofd een soort van acne. En op mijn armen vormen rode vlekjes. Het zijn niet de truffels die oordelen, het is nog steeds dat ik het zelf doe. Zo meteen sta ik met mijn puberkop dicht zo dicht op iemand anders zijn gezicht. Wat moet de gene wel niet denken. “Waar maak je druk om” denk ik dan.
De eerste eye gaze ontmoeting is een dakloze man waar ik op de een of andere manier een afvergie voor heb. Ik snap niet waar deze nare gedachte vandaan komt. Ik probeer hem echt als mens te zien. Zijn kleine, gespleten ogen zijn waterig en wazig. Ik probeer zijn ogen echt te zien toch zie ik niets dan enkel zijn waterige ogen.
Bij de tweede ontmoeting staat een jong meisje met bruine ogen voor mijn neus. We lachen ongemakkelijk en gemakkelijk naar elkaar. Ook bij haar zie ik niets dan haar bruine ogen. Alsof ik niet achter haar ziel kan kijken. Misschien probeer ik teveel achter te zoeken wat ik bij de ander zie (dus bij mezelf wellicht)?
Bij de volgende vrouw met lange, blonde krullen bewegen rond haar oogkas allerlei witte Azteken of futuristische tekens. Alsof iemand met een doorzichtig blaadje op een overheadprojector heen en weer verschuift. Ik word in haar ogen ingezogen en merk dat het een seksuele lading met zich meebrengt. Eye gazing is intens. Ik wil blijven staren maar we moeten verder lopen.
Bij een andere jonge vrouw in de dertig veranderen haar ogen in twee donkere bollen. Haar gezicht en lichaam lossen in de ruimte op. Dan morpht haar gezicht. Haar mondhoek en een ooglid beginnen te hangen. Even krijg ik een Aphex Twin momentje. Haar gezicht maakt mij beetje angstig en eigenlijk wil ik haar gezicht niet zien, ze trekt mij naar de grond omdat zij net als ik wankelend op onze benen staan. Het is geweldig om in een twee paar mooie ogen te spacen.
Ik zou eens willen weten hoe andere mensen mij op dit moment zien of wat zij denken of voelen. Waarom deze goedkeuring? Sommige reizigers liggen al op hun matras te trippen waaronder mijn Franse buurman die onder een knal oranje deken ligt. Zijn plotselinge harde gil doet mijn haren op mijn arm recht overeind gaan staan. Ik hou mijn hart vast als ik dit gedurende dagen te horen krijg.
Het begint of niet
Mijn benen zijn lamlendig en ik wil onder een warme en zachte deken liggen. Het reizen kan beginnen denk ik dan. Ik lig op mijn rug en voel dat de trip weleens heftig kan worden. Het gevoel dat het te snel gaat. Mijn ademhaling is onregelmatig, loze gedachtes schieten heen en weer, mijn temperatuur stijgt. Donkere gedachtes willen snel opkomen die ik van mij afzet. Ik wil daar nu nog niet zijn. Rustig ademhalen dan komt het goed. Er wordt sjamanistische muziek via de speakers gespeeld, natuurlijk net op het moment dat ik daar geen trek in heb. De muziek is te aanwezig.
En dan beginnen mijn ergernissen. Twee mannen produceren voor een lange tijd geluid. De een lacht hard en vaak op alles dat beweegt of geluid maakt. De dakloze man maakt semi grappige opmerkingen. Zij weten elkaar goed te stimuleren. In alle macht probeer ik mij hieraan te ontdekken. Ik prop mijn oordoppen dieper mijn gehoorgang binnen, blijkbaar hebben deze weinig nut. Hun stemmen hoor ik nog steeds. Van ontspannen is er geen sprake van.
Steeds meer erger ik mij aan die twee manen. En ja ik weet het. Hoe erger je aan iets ergert des te heftiger dat wordt. “Waarom grijpt niemand in? Zij sleuren alle energie en ontnemen de rust van de zaal”.
En natuurlijk zitten ook zij in hun eigen proces. Het is zo dubbelop. Het liefst had ik iets toegeroepen of het zachter kan, eufemistisch gezegd. Gelukkig weet ik mij in te houden. Waarom heb ik deze ergernis? Is dit omdat zij zich zo kunnen uitdrukken of omdat zij het naar hun zin hebben? Steeds meer mensen beginnen met het maken van geluid. Waar ben ik in beland? Ik maak een aantal diepe zuchten van ontevredenheid en moet ook weer lachen om mijn eigen stomme situatie. Ik kijk naar mijn andere Nederlandse buurman en hef mijn schouders op en schud dan lachend mijn hoofd. Dan slaat de begeleider hard op een gong en loopt door de zaal alsof hij Meneer de Profeet is uit Kuifje en De Geheimzinnige Ster. Losgeslagen gekte, dat is het nu. Als het zo door gaat dan verkas ik naar de slaapvertrek. Ik baal ook dat de truffels nauwelijks te werken. Telkens als er fracties van verdieping voorbij komen dan word ik gestoord en verdwijnen de fracties.
Eindelijk pakt de begeleidester haar gitaar erbij en begint lieverlijk te spelen. Haar stem is werkelijk betoverd mooi. De rust keert terug in de zaal.
Tijdens de gekte is er een tweede truffel ronde aangeboden. Ik neem graag de portie van ongeveer 11 gram aan, want ik merk dat de truffels niet echt bij mij aanslaan. Niet zoals ik het had verwacht.
Uit soort van onvrede werk ik de truffels naar binnen, zonder liefde eigenlijk. Als ik maar zo snel mogelijk diep kan gaan. Ik moet verder met mijn proces.
Ik blijf steeds op de oppervlakte van mijn trip. Dit komt mede omdat de momenten waarop ik geen muziek wil horen er muziek wordt gemaakt. Soms zijn er momenten dat er helemaal geen muziek is. En dat kan heel fijn zijn. Zeker als ik over dingen wil nadenken zonder dat muziek mij stoort. Terwijl ik thuis juist muziek heel prettig vind.
Ik lig op mijn rug en ik hoor dat de begeleider de een klankenschaal pakt. Bij sommige reizigers slaat hij op de klankschaal. Nu zit hij met de klankschaal en laat het geluid bij mijn hoofd trillen. Dit komt intens binnen het geeft een tinteling over heel mijn lichaam. Ik word erop een zachte manier er verdrietig van. Ook met het idee dat iemand dit ‘voor mij’ doet geeft een dankbaar en speciaal gevoel. Als ik denk dat hij daar nog steeds met zijn klankenschaal zit, zie ik dat hij aan de overkant van de zaal staat te slaan.
Voor mezelf heb ik het besluit genomen dat ik enorm van de live muziek ga genieten en dat reizen er nu niet meer in zit.
T-shirt aan T-shirt uit
Het belangrijkste moment van deze avond zijn niet de intenties die op het intentielijstje staan. Maar over mijn gezondheid en acceptatie van mijn ziekte. In het kort. Er groeien meestal goedaardige tumoren op en onder mijn huid. Verschillende operaties gehad waaronder kanker, uitval en krachtverlies van been en hand etc.
Mijn intentie duwde mij naar een andere richting. Ik zal mijn T-shirt of omhulsel/schulpschel hoe dan ook in deze dagen moeten ontdoen van mijn lijf. Zodat ik eindelijk mijn ziekte beter kan accepteren.
Ik durf de T-shirt nog niet uit te doen. Ik trek aan het stiksel van de onderkant en sjor hem enkele centimeters omhoog. Bij het zien van teveel bloot bedek ik gauw mijn buik met het T-shirt. In de zaal is het dan ook nog eens broeierig warm. De verwijten naar mezelf smijt ik naar mijn kop.
Bij elke nieuw liedje dat gespeeld word, denk ik. “Ja dit is het moment om het los te laten”. En elke keer als de muziek mij zoveel oppompt doe ik het niet.
Ik baal dat ik het niet durf maar kan er ook aan toegeven dat het niet erg is. Het kantelpunt is zo dichtbij.
Liggend dansen
Sinds de pleuris corona tijdperk heb ik sinds tijden zo enorm op mijn matras liggend kunnen dansen. Je kunt liggend dansen! Ik heb van blijdschap af en toe een vreugdekreet de zaal ingeroepen. Zelfs met truffels voel ik enorm de remmingen. Terwijl andere reizigers minder moeite mee hebben.
Met mijn armen, handen en vingers zweef ik heerlijk op de ritme van de muziek. Eigenlijk is het eerder dirigeren wat ik doe. Eindelijk weer kunnen dansen. Wat heb ik dit gemist het voelt als een absolute en oprechte vrijheid aan. Mijn ongemakkelijke lichaam voelt licht aan. Ik kronkel in allerlei standen op mijn matras. Tijdens het dansen komen de orgastische stuiptrekkingen tot stand. Niet zo heftig als vroeger. Mijn bekken schiet omhoog maakt cirkel bewegingen. Alle schaamte voorbij. Natuurlijk lag ik nu liefst met mijn hand ergens anders. Zonder seksueel spel. Ik vond het niet zo gepast dat hier te doen. Ahum. Maar de behoefte was wel enorm
Als er dan ook mooi gezongen wordt ontroerd mij dit enorm. Tranen van geluk schieten door mijn ogen. Als de wereld eens zich zo voelen hoe ik mij nu zou voelen dan is er alleen maar liefde voor elkaar. Het voelt als een bevoorrecht om hier te mogen deelnemen.
Die muzikanten maken prachtige muziek en zijn er rete goed in. Met drie tikjes op de drums komt er een geweldige ritme uit. Of op de gitaar dat ene pingeltje extra.
De visuals blijven heel mager. In het begin zag ik een witte ruis maar nu gebeurt er niets. De doeken die in de zaal hangen bewegen alsof er onder een vuurtje staat te branden. Een keer zie ik dat er dunne draden door de ruimte zijn gespannen. Mijn schapenvachtje golft een beetje mee. Dat was het dan.
Ineens begint tijdens de zang buiten te kletteren van de regen, hagel en te donderen. Dikke waterdruppels op de ramen vinden een weg naar beneden. Het onweer geeft mij iets machtigst en ik probeer voor het spelen van een god. Bij elke donder voel ik de kracht in mijn schouders en kaken opkomen. De zaal juicht en jubelt bij de elke knal. Buiten staan twee reizigers als een dolle in de regen te dansen. Mijn benen zijn te moe bij hen aan te sluiten.
Ik ben wel onder invloed en alles is behapbaar. Het enige dat ik niet door mijn kop wil persen is: “Wat moet ik doen om die droogte in mijn mond te snoeren”? Ik heb iets bij mijn matras neergelegd en als ik het dan vind. Wat moet ik hier ook alweer mee? Even moet ik nadenken dat ik hieruit moet drinken om de dorst te lessen.
Ik loop met mijn klapvoet door de zaal naar de kranen voor het bijvullen van mijn waterflesje. Ineens ben ik erg bewust dat nu veel mensen naar mij kijken. Mede omdat er een stilte moment is ingebouwd. Ik voel mij naakt en ik check of ik alle kledingstukken echt wel aan heb. Het lopen maakt minder makkelijker op. Als ik nuchter ben heb ik daar minder moeite mee.
Bij de wasbak bewonder ik aandachtig mijn ogen. ‘Tering dat zijn mooie blauwe/zwarte knallers’. Ik blijf lekker in de spiegel spacen, in de hoop dat ik in mijn iris nog iets speciaals ga zien. Een verborgen flikkering of een visioen. Ik wil blijven kijken en voel mij enigszins betrapt als iemand naast mij komt om zijn handen te wassen.
Afsluiting en het witte emmertje
Bij de afsluiting van de ceremonie staan we weer in een kring. Zodra ik andermans handen voel breekt sta ik te zwetend en te trillen op mijn benen. Wat het ook mag zijn: de energie van de groep of te snel opgestaan.
Ik excuseer mij en plof direct op mijn matras die gelukkig achter mij ligt en voel de nodige nood het witte emmertje erbij te pakken en mijn hoofd boven te hangen. Bijna onhoorbaar kots ik in de emmer.
Een helper springt op voor hulp, maar ik weer haar af. Ik ben misselijk en duizelig tegelijk. Het vol gekostse emmertje laat ik op mijn matras staan! Ik herhaal nogmaal een keer. Het emmertje laat ik op mijn matras staan.
Iedereen heeft de zaal inmiddels verlaten om zich op het eten te storten. De zaal is leeg op een aantal mensen na. Een klein gezelschap fluistert in gedempte monden. Ergens pingelt iemand zachtjes op de gitaar.. Er valt een serene rust over mij. Het beeld dat bij mij oproept is van een grafsteen van een gevallen ridder met zijn schild en zwaard op zijn buik geklemd. Mijn handen heb ik in een onbedoelde hartvorm op mijn hart gelegd. Ik voel een enorme dankbaarheid en een totale ontspanning over heel mijn lichaam. Het lijkt alsof ik zweef en veel zelfvertrouwen heb.
Mijn Nederlandse buurman komt bij mij buurten. Ik kan nauwelijks een woord uitbrengen. Elk woord dat ik uitspreek is teveel. Mijn ogen die tollen in mijn achterste van de oogkas.
Na verloop van tijd verzet ik mij naar de eetzaal omdat ik wel iets moet eten en drinken. Ik wil naar de eetzaal lopen en zie dat het emmertje met inhoud en al over de Franse buurman zijn matras verspreid ligt. Ik haal zijn besmeurde laken eraf en sta doelloos met de lakens voor zijn matras. Ik weet niet wat ik moet doen.
Ik voel mijn schuldig dat het zijn matras is en niet die van mij. En dat iemand anders mijn kots gaat opruimen omdat ik nu niet in staat ben om dat te doen. Toevallig komt een hulp de zaal binnen gelopen. Ik ben verward. Ik spreek tegen de hulp in korte halve Nederlandse en Engelse zinnen. Hij begrijpt het en zegt. Dat ga ik voor je regelen. Maak je niet druk. Ga lekker eten. Ik kan hem niet eens bedanken uit mijn mond komt nauwelijks geluid.
Ik wankel dus danig naar de eetzaal dat ik mezelf aan muren en meubels moet vasthouden om maar niet om te vallen. Binnen in de eetzaal is het gezellig druk. Er staan langwerpige tafels waar iedereen druk met elkaar aan het praten is. Op het buffettafel staan heerlijke vegetarische gerechten. Ik sta onhandig in de zaal en weet geen houding te geven. Ik heb het warm en krijg met moeite mijn trui uit die ik in ergens op een onbezette tafel gooi. Ik weet niet of ik trek heb en hoeveel en wat ik moet eten en waar ik moet beginnen. Er is zoveel keuze. Mijn bord laad ik met muizenhapjes op. Zelfs dat lijkt voor mij te veel te zijn. Ik schuif aan bij een tafel aan waar niet zoveel mensen aanzitten. Er wordt druk gepraat. Ik heb geen zin om te praten. Mensen wensen mij eet smakelijk en vragen hoe het met mij gaat. Ik gebaar dat ik niet kan praten. Ik voel mij nog steeds draaierig en misselijk en schuif mijn bord van mij vandaan. Mijn hoofd leg ik plompt op tafel het kan mij weinig schelen of dit raar uitziet. Iemand legt vriendelijk zijn hand op mijn schouder en vraagt of het goed met mij gaat. Die aanraking is te overweldigend. Ik verkramp half en snauw hem beetje af met wat gemompel van sorry achteraan. Een vlaam van misselijkheid komt omhoog. Ik moet weg hier. Ik strompel richting de buitendeur en stoot tegen tafels en stoelen aan. Ineens denk ik dat mijn bord daar nog ligt en niet zo netjes is.
De gene met de hand komt pelshoogte nemen. Ik durf eindelijk om hulp te vragen en vraagt hem mij te ondersteunen. De dichtstbijzijnde zitplek is een picknickstoel. Nog voordat ik erop wil gaan zitten zie ik dat de stoel nat en mossig is. Niet hier zitten dan word mijn witte broek vies. Paar stappen verder plof op de veranda van de ceremoniezaal en vraag hem om een emmer te halen.
Dat duurt te lang. Droge hoesten. Mijn mond wordt droog. Voor mijn mond maak ik met mijn handen een kommetje. Maak niet uit welke kotsemmer je neemt elke kotsemmer is goed denk ik dan. Hij komt terug met de emmer die ik ogenblikkelijk aanneem om vervolgens volkots. Ondanks dat ik 24 uur niets gegeten heb komt er redelijk veel kots uit dat iets weg heeft van appelmoes. Ik heb nooit gedacht dat ik van truffels zoveel moet kotsen. Die avond slaap ik heerlijk in de ceremoniezaal.
Laatst bewerkt: