Aan de ene kant heb ik nooit wat gehad met de zweverige spiritualiteit, maar moest alles meetbaar en wetenschappelijk verklaarbaar zijn. Aan de andere kant heb ik aspecten van de boeddhistische stroming wel interessant gevonden, maar heeft het me ook nooit volledig overgehaald. Een lange tijd zag ik een onoverbrugbare scheiding tussen wetenschap en geloof/filosofie, omdat dat laatste zo onvatbaar is. Maar na enkele keren truffels te hebben gebruikt en redelijk spirituele en ontastbare ervaringen te hebben gehad, zijn diverse grenzen en scheidingen komen te vervallen. Sinds een tijdje ben ik in zeer veel dingen een overlap in zowel wetenschappelijke als filosofische aspecten gaan zien,die ik fascinerend vind, Iets dat ik voor mezelf als dualiteit (en ook trialiteit, 3 variaties) ben gaan noemen, waarbij de sterkte van beide aspecten sterk kunnen variëren, Het is een soort van Yin/Yang dat zich uit in allerlei vormen, het één kan niet bestaan zonder het ander. Als een eigenschap op zichzelf bestaat zonder tegenpool, wordt het moeilijk om de kenmerken van datgene ervan goed te herkennen, vandaar dat de tegenpool van groot belang is.
Om te beginnen: yin/yang, +/-, zwart/wit, licht/donker,
Wat ik echter ook zeer irritant vindt, is dat het vaak geen volledig perfecte tegenpolen zijn, alles is in behoorlijke mate een tegenpool, maar net niet perfect/volledig genoeg dat het helemaal lijkt te kloppen. Hieronder volgen een lading voorbeelden, want ik zie ze overal en het houdt maar niet op, hehe.
Even/oneven - ieder oneven getal heeft zijn eigen broertje (x2), maar dat geldt niet voor ieder even getal, want die kan ook een ander even getal als broertje hebben (bijv. 4).
vacuum/atmosfeer - een vacuum is het ontbreken van opvulling, een atmosfeer is een vulling, een plek waar geen vacuum is.
leven/dood - leven is tijdelijk, heeft een begin en eind. De dood bevindt zich daarvoor en daarna en duurt beide kanten op oneindig. De dood is noodzakelijk om het leven bijzonder te laten zijn.
vaste stof / vloeistof en gas - in een vaste stof zitten de moleculen aan elkaar vast, in een vloeistof/gas hebben ze genoeg energie om los van elkaar te zijn. Een gas heeft nog meer energie waardoor ze ook viscositeit etc overwinnen. Dit zie ik als zo'n trialiteit.
ruimte/tijd - op zichzelf betekenen ze niks, ruimte heeft tijd nodig om te veranderen, tijd heeft ruimte nodig om iets in te laten gebeuren.
massa/energie - samen met ruimte/tijd wordt dit een soort trialiteit, want dit bevindt zich in de ruimte, waarbij energie ook een soort massa heeft en massa een vorm van energie is, zijn ze in de kern hetzelfde, maar uiten ze zich verschillend.
Nu wordt het nog wat wetenschappelijker:
proton/neutron - protonen hebben een lading, waardoor ze elkaar electrisch afstoten, neutronen hebben dat niet, waardoor ze helpen de kern bij elkaar te houden.
proton/electron - nou zou het mooi zijn als de neutron een negatieve lading had, maar nee, daar is weer een compleet ander deeltje voor nodig, namelijk een veel lichtere electron die om de kern heen draait en de hele atoom weer neutraal maakt. Dit maakt de proton/neutron/electron voor mij weer een trio.
En nu wat ik dus echt irritant vind:
quarks - de proton en neutron bestaan weer uit kleinere deeltjes, namelijk ieders uit 3 quarks. Je zou hopen dat het weer perfecte tegenpolen zijn, maar nee, het moet helaas weer een stuk moeilijker. De proton heeft 2 up-quarks en 1 down-quark. De neutron heeft 1 up-quark en 2 down-quarks. Ze zijn dus voor 2/3e hetzelfde, het verschil zit hem slechts in die 2e up of down-quark of het een proton/neutron is.
Als ze dan beide uit dezelfde deeltjes bestaan, hoe kan de ene dan een lading hebben en de andere niet? Nou, de up-quark heeft een lading van +2/3, de down-quark van -1/3. De proton krijgt dus +2/3 + 2/3 - 1/3 = 3/3 lading. De neutron krijgt +2/3 - 1/3 - 1/3 = 0/3 lading. Zo maken 2 verschillende deeltjes, in samenstellingen van setjes van 3, samen de 2 meest voorkomende subatomaire deeltjes die er zijn.
Alles hierboven vind ik nog fascinerend, maar mijn laatste punt zit me filosofisch dwars, onderbouwd met wetenschap. Als mens zoeken we en hebben we behoefte aan stabiliteit, vooral met mijn lichte autisme hecht ik extra waarde aan balans, structuur en patronen. Echter is ons universum in de kern instabiel. Entropie wil alle energie gelijkmatig en willekeurig verdelen, iedere vorm van structuur is gedoemd om te vervallen, de beperkte structuur die er nu is zal op de lange termijn nooit stand houden. In de natuurkunde is de enige stabiele vorm in een 2-lichaam structuur te vinden, vanaf een 3e lichaam wordt het op een enkele uitzondering na al instabiel. We leven echter op deze planeet met 7 miljard mensen en nog veel meer variabelen, zelfs ieder moment met niet altijd dezelfde 7 miljard mensen, want er gaan ondertussen constant mensen dood en worden ze andere geboren. Als alles boven een 2-lichaam systeem al instabiel is, hoe kunnen we dan ooit een iets stabiels van de grond krijgen?
Exscuus als mijn laatste alinea een hoog auti-gehalte had (als de rest van het verhaal dat al niet had), maar ik wilde dit graag eens uitschrijven, delen, kijken of er meer mensen zijn die deze kijk hebben en dit interessant vinden. Ik ben benieuwd of er meer / andere inzichten zijn, of dat ik een uitzondering ben die dit zo ziet.